Gezondheid
Nestkeuring
Bij de gezondheidsonderzoeken van de fokhonden horen ook de oogonderzoeken, PRA en PRCD, heupen- en ellebogen en het DNA wordt gecontroleerd op erfelijke ziektes. Onze honden hebben een NN vacht en zijn improper coat-clear. Ondanks dat IC geen ziekte is en het allel ressesief is, zie ik geen reden om honden met een afwijkende vacht in te zetten voor de fok. Honden met vachtfouten willen we immers niet in de raslijnen.
Omdat onze Eros ook de Irish soft wheaten bloedlijn draagt, wat een infusie is in de Australian Cobberdog, hebben we ons gezondheidstesten-schema uitgebreid met Microphthalmia, Anophthalmia & Coloboma (Wheaten terrier Type). Eros is op deze mogelijke aandoeningen, of dragerschap ervan, NEGATIEF/ALL CLEAR getest. Er zijn ook geen varaianten gedecteerd.
Vervolgens wordt het DNA profile vastgelegd, dat niet alleen aantoont dat de opgegeven honden inderdaad de ouderdieren zijn van de puppen, maar vooral ook een scala van erfelijke aandoeningen die voorkomen bij honden kan hier mee worden opgespoord. Dit doen wij bij de ORIVET in Australië. Kopieën van de uitslagen van deze onderzoeken worden bij de pup-overeenkomst in een mapje meegegeven.
Note: Onze fokhonden, ook de diegenen die zijn verkocht als toekomstige fokhonden, zijn clear getest op wel 180 verschillende ziektes en aandoeningen die kunnen voorkomen in hondenrassen. In de kynologen app worden ervaringen met elkaar gedeeld.
Vanaf januari september 2018, doen wij de heup- en elleboogtesten (HD en ED) bij toekomstige fokhonden niet meer vanaf de leeftijd van een jaar, maar zelfs al vanaf 16 weken. Dat heet de Penn Hipp. De uitslag bij vroeg testen zegt alles over de erfelijke aanleg van HD bij honden en je kan zo vaststellen dat een eventuele afwijking (in elk geval) niet door omgevingsfactoren werd veroorzaakt, maar erfelijk is. Aangezien maar 30% van de heup en elleboogafwijkingen erfelijk is, kunnen we zo pups met slechte heupen of ellebogen al vroeg uitsluiten voor de fok en niet pas na een jaar! Geselecteerde honden worden immers als pup (als potentieel voortbrenger van het ras) geselecteerd om later als volwassen hond ingezet te kunnen worden als voortbrenger. Bij eventuele aandoeningen die achteraf zouden blijken, komen veel fokkers er dan te laat achter dat een hond (waaraan ze al gehecht zijn) niet geschikt is. Dat is niet alleen sneu, maar ook kostbaar.
De kans dat onze honden HD en ED doorgeven is met ouderdieren met uitstekende uitslagen zeer klein. Dat is vooral ook omdat er drie generaties op de pedigree staan die ook werden goedgekeurd. Desalniettemin kan het natuurlijk voorkomen, maar dan moet je eerder denken aan 70% omgevingsfactoren dan aan 30 % erfelijkheid. Om dit zeker te willen weten doen wij tegenwoordig de Pennhip met 16 weken. Zo kan je erfelijkheid alvast direct opsporen.
Verder worden onze pups, zoals al verplicht was en zoals wij voorheen al deden, uiteraard gechipt, ontwormd en ingeënt. De dierenarts komt bij ons aan huis om dat te doen en tegelijkertijd doet de dierenarts dan de nestinspecties. Deze gegevens worden onder meer in de paspoorten van de puppen vastgelegd. In het paspoort treft u ook het inschrijfformulier voor de Nederlandse databank aan.
Wij houden van iedere pup een groei-boekje bij van de eerste acht a negen weken. Onze puppen gaan met acht of negen weken, soms met 10 weken weken, zindelijk en gesocialiseerd mee naar hun nieuwe baasjes. We bepalen dat per nestje. Een pup van medium formaat moet in elk geval 4 en een halve kilo wegen en klaar zijn voor vertrek. De kleinste puppen blijven daarom altijd wat langer ter observatie en totdat ze het ideale gewicht hebben bereikt.
Waarom de MDBA
Om te beginnen, is de MDBA begonnen met raserkenning van de `destijds` Australian Labradoodle. De grondleggers die steeds naar raserkenning streven, registreren daarom zelf ook hun honden bij de MDBA.
Vervolgens is het zo, dat het gehele bestuur van verschillende Australian Labradoodle organisaties,(waaronder ook de Nederlandse) zelf Australian Labradoodles fokken. Dat maakt hen helaas niet financieel onafhankelijk of objectief zoals bijvoorbeeld het bestuur van de MDBA die meerdere rassen onder haar hoede heeft.
Sinds de Australian Labradoodle is erkend als nieuw ras, onder de nieuwe naam Australian Cobberdog, hebben wij ons als voorstander van raserkenning, verenigd met de regels van de MDBA Master Dog breeders and associates. Dit jonge ras heeft zijn roots immers in Australië liggen.
De geschiedenis van het ontstaan van voorgaande hondenrassen leert ons dat naamswijziging steeds heel gebruikelijk is geweest naar de overgang van raserkenning om de uiteindelijke, echte, geselecteerde foklijnen te kunnen identificeren. Dat zijn namelijk de geselecteerde fokhonden die in aanmerking kwamen voor een selectie van purebreeds in ontwikkeling.
De professionaliteit en de werkwijze van de MDBA, stroken met onze kijk op verantwoord en hobbymatig fokken van een jong ras in ontwikkeling. Er zijn inderdaad genoeg Australian labradoodle fokkers, clubs en verenigingen, maar of deze honden (nu nog) in aanmerking komen voor de selectie van een ras in ontwikkeling zullen we nooit weten als ze niet MDBA zijn geregistreerd.